Mijn culinaire avontuur in Buenos Aires
Tijdens mijn reis naar Buenos Aires ontdekte ik al snel dat deze stad niet alleen draait om tango en voetbal, maar ook om eten. Werkelijk op elke straathoek kwam ik een eettentje tegen dat iets bijzonders te bieden had. Van de sappige empanada’s die ik onderweg meenam tot de geurige parrillas waar het vlees op de grill lag te sissen – het voelde alsof de hele stad één groot openlucht-restaurant was. Elke maaltijd was een ontdekking, en vaak wist ik niet eens van tevoren waar ik zou belanden.

Smaken die je nooit vergeet
Wat ik zo bijzonder vond, was dat eten hier nooit zomaar eten is. Het is een beleving. In kleine tentjes kreeg ik gerechten die vaak beter smaakten dan in dure restaurants thuis. Ik at een eenvoudige choripán op straat, en de smaak en sfeer maakten het moment onvergetelijk. Ook de sfeer in de wijken – van San Telmo met zijn levendige markten tot Palermo vol trendy zaakjes – maakte dat ik steeds met een glimlach aan tafel zat. Ik merkte dat ik steeds vaker mijn camera pakte om mijn bord vast te leggen, omdat ik dit allemaal niet wilde vergeten.
Don Julio: het absolute hoogtepunt
En toen was er Don Julio. Alleen al binnenkomen voelde speciaal: de warmte waarmee je ontvangen wordt, de drukte en de geur van perfect gegrild vlees. Ik koos voor een klassiek stuk biefstuk, geserveerd met een glas Malbec – en eerlijk, dit was misschien wel de beste maaltijd die ik ooit heb gegeten. Alles klopte: de smaak, de presentatie, de sfeer. Terwijl ik daar zat, dacht ik: dit is precies waarom Buenos Aires bekendstaat als culinaire hoofdstad. Don Julio was het hoogtepunt van mijn reis en een herinnering die ik altijd zal meedragen.

